Van Ego naar Eco
0 weergaven Reacties niet mogelijkIn de bomenwereld komt er steeds meer bewustzijn over het belang van bomen. Wat mist is de stap om bomen te durven handhaven als ze wat ouder worden. We zitten nog (te) vaak gevangen in diep ingesleten gewoontes. Het systematisch uitvoeren van boomveiligheidscontroles zegt veel over onze grondhouding ten opzichte van de natuur. Zo leidt dit systeem vaak tot het verwijderen van bomen omdat ze een risico kunnen vormen. Weleens bij nagedacht dat de risico- en attentiebomen ecologisch de meest waardevolle bomen kunnen zijn? Het brengt mij bij de vraag: waarom brengen we als mensheid zoveel schade toe aan de natuur?
Boomveiligheidscontrole
Sinds begin jaren 90 worden systematisch boomcontroles uitgevoerd. De basis van deze methode, het visueel beoordelen van bomen op gebreken, vaak aangeduid als boomveiligheidscontrole (BVC) of Visual Tree Assessment (VTA), is vooral door Claus Mattheck ontwikkeld en is daarna internationaal gretig overgenomen door boombeheerders. Mattheck wist op een zeer toegankelijke manier over te brengen hoe je de risico’s van bomen aan de hand van hun lichaamstaal kunt beoordelen. Deze systematiek heeft zich inmiddels wel geëvolueerd, maar in de basis worden bomen nog steeds visueel beoordeeld op gebreken. De motivatie die ten grondslag ligt aan het succes van de boomveiligheidscontrole, is de aansprakelijkheidstelling die uit schade veroorzaakt door een boom kan voortvloeien. De eigenaar van een boom dient bij schade aan te kunnen tonen dat voldoende zorg aan een boom is besteed. Door de vakwereld is de term zorgplicht hieraan gegeven. Een term die veel suggereert en je als eigenaar direct aanspreekt op wat van je wordt verlangd. Klinkt allemaal wel redelijk en in de basis is hier niets op aan te merken. Fijn om op deze manier je bezit actueel in beeld te hebben en ook te weten hoe je groene kapitaal erbij staat.
Risicomijdend beheer
We controleren nagenoeg alle stedelijke bomen in een frequentie van meestal drie tot vijf jaar met de boomveiligheidscontrole. Een boom waarbij een risico is waargenomen wordt ingedeeld als risicoboom waarbij een maatregelen en termijn wordt vastgelegd. Zo zien we een spechtengat in een tak als gebrek en kan dit voldoende reden zijn de boom als risicoboom aan te merken. Bomen waarvan het beoordelen van de gebreken niet tot de volgende reguliere boomcontrole kan wachten, worden ingedeeld als attentieboom. Hierdoor laten we mogelijke risico’s leidend zijn in ons boombeheer. Het resultaat? We zijn regelmatig doorgedraafd in het elimineren van risico’s, ook op locaties waar helemaal geen risico’s zijn.
Optimaal sterke verbinding van den met dubbele top
Bomen worden ontdaan van afgestorven takken en alle andere potentiële gevaren. We zien een naad bij een takaanhechting regelmatig als een plakoksel met alle vermeende risico’s van dien. Dubbele toppen vinden we gemiddeld gesproken ook maar eng. Maar is dat wel zo? Of hebben we het hier over boomverzorgerspoken? Takken die in de kroon blijven waarvan het risico niet helemaal begrepen wordt, gaan we verankeren. En dan is er nog een hele categorie aantastingen en afwijkingen die met weinig ervaring moeilijk wordt begrepen en dan maar veiligheidshalve als risico wordt aangeduid. Wat als ik boombeheerder ben met een relatief beperkt budget? De boomveiligheidscontrole is gedaan en dan krijg ik een bulk risico- en attentiebomen opgeleverd. Met een beperkt budget is een eenmalige velmaatregel aantrekkelijker dan nader onderzoek, extra maatregelen, hogere inspectiefrequenties en noem het maar op. Ik ben ervan overtuigd dat de boomveiligheidssystematiek er vooral toe heeft geleid dat we veel, voornamelijk oudere bomen zijn verloren. Analyses van Nederlands gemeentelijke boombestanden laten vaak zien dat van een bomenbestand slechts enkele procenten boven de 60 jaar oud zijn. ‘Voorkomen is beter dan genezen’ is de mantra geworden waarbij het belang van de mens tot een armoedig verschraald bomenbestand heeft geleid.
Ecologische score
Een boom is nooit een op zichzelf staand organisme. Naarmate de leeftijd vordert, gaat de boom steeds meer interacties aan met een wereld aan organismen. De oudste bomen dragen dan ook het meeste bij aan de ecologie. Dat is voor een belangrijk deel te wijten aan alle verbindingen die de boom in de loop van de jaren is aangegaan. Doorgaans is een inheemse boom meer interacties aangegaan dan een uitheemse en huisvest het een grotere soortenrijkdom. Onze huidige boomveiligheidssystematiek kent echter geen enkele waarde toe aan organismen die samenleven met bomen. Een spechtengat kán een gebrek zijn met betrekking tot risico’s voor de menselijke omgeving, maar het vertegenwoordigt óók een ecologische waarde die niet wordt gekend. De nieuwe Omgevingswet, maar ook de maatschappelijke perceptie, is dat we biodiversiteit moeten beschermen en herstellen. Dit is niet alleen maar plichtmatig. We zijn dit ook verschuldigd aan het leefklimaat wat we gecreëerd hebben. Een leefklimaat waarvan we niet weten welke ecologische waardes zich in bomen bevinden, maar wel alle afgestorven takken hebben geregistreerd. Het wordt tijd dat we een nieuwe balans aan gaan brengen aan onze houding die geleid heeft tot ons huidige boomveiligheidsbeheer. Het kan zomaar zijn dat onze risico- en attentiebomen, die de grootste kans maken te sneuvelen door menselijk handelen, de grootste ecologische bijdrage leveren. We weten het simpelweg niet.
Dendrotelme bied kansen aan andere organismen
Om te weten wat je moeten beschermen, moet je weten wat je hebt. Onbekend maakt immers onbemind. Er bestaat geen systematiek die specifiek de ecologie rondom bomen objectief weet te scoren. Daarom is binnen Terra Nostra de ecologische score als aanvulling op de boomveiligheidscontrole ontwikkeld. De methode beoordeelt en scoort in het veld de boomhabitat en boombiotoop van iedere individuele boom. De boomhabitat scoort de onder andere de fysieke aanwezigheid in of op de boom van epifyten zoals mossen, zwammen of algen. De habitatkenmerken die worden gescoord, zijn afgestorven takken, holtes, lengtescheuren. Ook bodemvorming in holtes of holtes gevuld met water, dendrotelme genaamd dragen bij aan het boomhabitat. Het scoren van de boombiotoop is gericht op de omgeving van de boom. Hoe is de standplaats ingericht, zijn er bomen met dezelfde vergelijkbare leeftijd aanwezig, wat is de vervangbaarheid van de boom: nu of binnen 50 jaar? Gebruiken vogels of zoogdieren de boom om in te rusten of te nestelen? Is de boomsoort inheems of uitheems, is deze bekend om zijn soortenrijkdom, vruchtdracht of bloei? Al met al worden twaalf factoren met iedere vijf opties gescoord die zijn vastgesteld en getoetst door ecologen, boomdeskundigen en wetenschappers.
Veteraanboom met optimaal ecologisch biotoop
Ecologisch beheer
Met inzicht in de ecologische waardes van een boom, kun je anders gaan beheren. We moeten de natuur, en daarin de boom gaan, gaan zien als een domein wat het recht heeft om er te zijn. Hiervoor is het belangrijk om het domein van de mens en het domein van de boom te onderscheiden, waarbij beide een recht op bestaan hebben. Daar waar de boom het domein van de mens bedreigt, zul je maatregelen moeten nemen om het risico te beperken. Soms kun je ook het domein van de mens verleggen buiten de zone van een boom als er nadelige ecologische gevolgen van een ingreep zijn. Denk aan parken waar veiligheidsrisico’s voor mensen veroorzaakt door bomen, vermeden kunnen worden door paden te verleggen of groeiplaatsbeheer extensief te beheren. Zo dirigeer je mensen op een natuurlijke wijze buiten het domein van de boom. Veiligheidszones dienen duidelijk te worden gedefinieerd als menselijk domein, daarbuiten bevinden we ons als gast in een ander organisme zijn domein. Daar waar de mens het domein van de boom bedreigt, hoort de mens op te staan om de boom te beschermen. Een boom heeft immers geen stem om hier gehoor aan te geven. Ecologie hoort een plek te krijgen. Ik beschouw dat als een uitdaging in onze sterk verstedelijkte omgeving, maar ik sluit het ook zeker niet uit. Er is alleen nog wilskracht voor nodig om de mogelijkheden te zien die er absoluut zijn.
Rotzooi om op te ruimen of ecologische parel?
Grondhouding ten opzichte van natuur
De zorgplicht is een prachtig voorbeeld van onze grondhouding ten opzichte van de natuur. Het is de milieufilosoof Matthijs Schouten die mij inzicht heeft gegeven in wereldbeelden en onze Westerse grondhouding ten opzichte van natuur. Al meer dan 2.000 jaar wordt de Westerse cultuur gevoed door de gedachte dat wij boven de natuur staan en dat alles in de natuur ten dienste van de mens staat. We moeten ons realiseren dat alle crises voortkomen uit het gedrag van de mens. We denken dat alles in de natuur ván ons en vóór ons is. Het is juist dit gedrag wat ons heeft gebracht op het punt waar we nu zijn: een tijd die gekenmerkt wordt door milieu-, klimaat- en biodiversiteitscrises. Je zou jezelf als mens als rentmeester of als partner van de natuur moeten opstellen, in plaats van heerser over de natuur. Zo krijg je een wezenlijk andere grondhouding. Je komt los van de houding dat alles in de natuur er is om de mens te dienen en zich daarnaar heeft te schikken. Laat ik inzoomen op bomen en me niet verliezen in een wereld die te groot voor me is.
Ik heb de stellige overtuiging dat als we weten wat we aan ecologische waarde bezitten, we naar een ander meer natuurvolgend boombeheer zullen gaan. Natuurlijk moeten we aandacht blijven houden voor de veiligheid van gebruikers van de openbare ruimte. Het kan echter niet meer zo zijn dat we alleen maar oog houden voor veiligheid. Ik mag me dan graag van de stelling voorzien: de veiligste boom is geen boom. Oftewel: er zullen altijd risico’s blijven, maar die staan tegenover waardes die we nu niet of onvoldoende kennen en onderkennen. De risico’s die bomen veroorzaken zijn zeer klein, zeker in vergelijking met verkeer is dit minimaal. De energie die we stoppen in het verkleinen van risico’s veroorzaakt door bomen, is onevenredig groot. We zouden een belangrijk deel van deze energie ook in kunnen zetten om oude bomen overeind te houden en bomen aan te planten met een gegarandeerd lange toekomst. Want in de stedelijke omgeving heeft de boom aan ons een belangrijke partner om zich te kunnen vestigen en ontwikkelen. En de risico’s? Wist je dat het dragen van een helm in een auto de kans te overlijden tijdens een ongeval met de helft verkleind? Morgen dan maar een helm in de auto opzetten?
Een verandering teweegbrengen is een kwestie van doen. Niet alleen op zondagmiddag van de natuur genieten en dan weer op maandag beslissingen nemen die hiermee in conflict zijn. Als grafieken en statistieken de wereld konden redden, dan was dat allang gebeurt. Het is nu ook aan jou om stappen te zetten. Als je werkelijk het belang van bomen serieus neemt, dan geef je bomen een stoel aan de bestuurstafel en spreek jij voor het belang van bomen. Hoe klein dan ook, iedere stap heeft zin.
Als wij het niet doen, wie dan wel? Als dit het moment niet is, wanneer dan wel?