Roetschorsziekte is in België en Nederland niet meer te negeren
0 weergaven Reacties niet mogelijkSinds 2014 raken we zowel in België als in Nederland meer en meer bekend met de aanwezigheid van roetschorsziekte op esdoorns. In 2020 is na drie droge zomerseizoenen het aantal meldingen en positieve determinaties in beide landen toegenomen. Esdoorns met een aftakelende conditie laten steeds vaker verschijnselen van roetschorsziekte zien. Het praktisch verwerken van een besmette boom is nog een heikel punt vanwege de gezondheidsrisico’s voor diegene die de boom moet verwijderen en die de sporen in kan ademen maar hiermee is er nog reden tot paniek. Inmiddels is er gelukkig een geactualiseerd protocol beschikbaar. Echter….het is niet allemaal roetschorsziekte wat er blinkt.
Ziekteverschijnselen en herkenning
Roetschorsziekte wordt veroorzaakt door de schimmel Cryptostroma corticale. Dit is een zwakteparasiet die de bomen binnenkomt via wonden door bijvoorbeeld schade en snoei. De schimmel is niet in staat via intacte bast of bladlittekens binnen te dringen. De schimmel vestigt zich in de houtstructuur van de boom en verspreidt zich verticaal. Een boom kan lange tijd geen verschijnselen vertonen terwijl de schimmel latent aanwezig is in de boom. Op dat moment zijn de visuele kenmerken van roetschorsziekte nog niet duidelijk aanwezig. Onder optimale omstandigheden zal de schimmel zich horizontaal verspreiden en sporen gaan vormen. Nu wordt de ziekte zichtbaar door de aftakeling van de boom en de sporenvorming op de stam. De sporenontwikkeling wordt vooral gestimuleerd door een afname van de conditie van de boom, langdurige droogte en buitentemperaturen boven de 20˚C. Cryptostroma corticale is een echt sporenmonster, er worden ongelofelijk veel sporen gevormd. De sporenvorming vindt plaats direct onder het kurkcambium (opperste deel van de schors), dit kan uitgroeien tot een ruimte van wel 1 cm welke de stam een cellulitis achtig uiterlijk geeft. Het uiterst tere kurkcambium knapt vervolgens open en een grote sporendrift komt in de directe omgeving vrij en veroorzaakt roetuitslag en een gitzwarte bast. De grote sporendrift is nagenoeg jaarrond waar te nemen. Bij esdoorns met roetschorsziekte is ook vaak een kenmerkende vlekkerige bruin/groenverkleuring in het hout te zien die verdwijnt als de ziekte vergevorderd is.
Om er zeker van te zijn dat het bij een esdoorn roetschorsziekte betreft, dienen de sporen op basis van morfologische kenmerken en afmetingen gedetermineerd te worden. In 50% van de gevallen wanneer een monster ter determinatie bij Terra Nostra wordt aangeboden, blijkt het echter niet om sporen van de roetschorsziekte te gaan en kunnen maatregelen aan de bomen zonder bijzondere bescherming uitgevoerd worden. Gezien het latente karakter van de ziekte is het advies om esdoorns met een onomkeerbare slechte conditie en geen kenmerken van roetschorsziekte met voorrang te verwijderen om te voorkomen dat op een later moment de boom alsnog roetschorsziekte gaat ontwikkelen.
Voorkeursoorten en verspreiding
De ziekte wordt voornamelijk op de gewone esdoorn, Acer pseudoplatanus vastgesteld, maar is door Terra Nostra in 2020 ook 4 keer bevestigd op Noorse esdoorn, Acer platanoides, en 1 keer op Acer platanoides ‘Crimson King’. In het verleden ontwikkelde de ziekte, na experimentele inoculatie, zich op 14 esdoornsoorten zoals A. saccharinum en A. negundo. Halverwege vorige eeuw is de ziekte ook sporadisch op berk, Betula, linde, Tilia en bitternoot, Carya vastgesteld, aantasting op deze geslachten lijkt momenteel niet aan de orde. De schimmel komt oorspronkelijk uit Noord Amerika en werd voorheen in West- en Midden Europa voornamelijk in stedelijke omgeving vastgesteld maar inmiddels blijken ook bosgebieden op grotere schaal aangetast te worden, waarbij in Duitsland soms duizenden bomen in korte tijd afsterven. De schimmel kent een ongeslachtelijke vermeerdering en sporen kunnen zich via wind over grote afstand verspreiden. Kenmerkend voor 2020 is dat de hoeveelheid aangetaste bomen is toegenomen zoals al langer werd voorzien vanwege de droge zomers. Het aantal aangemerkte locaties met roetschorsziekte is in België vooral in de regio Kortrijk toegenomen en in de regio Antwerpen zijn meerdere meldingen gedaan, waarvan sommige met grote aantallen bomen per locatie. In Nederland zijn in 2018 door Terra Nostra geen gevallen vastgesteld maar zowel in 2019 als in 2020 zijn vooral in zuid en midden Nederland positieve gevallen gedetermineerd. Hierbij was in 2020 in Venlo een locatie met tientallen aangetaste esdoorns een uitschieter. Al met al een toename waarvan de oorzaak gezocht moet worden in het stapelend negatieve effect van drie droge zomers op een rij. Aangezien de ziekte nog niet door een ieder wordt herkend en niet centraal gemeld wordt, bestaat het vermoeden dat het zowel in Nederland als in België om veel meer locaties gaat. Exemplarisch hiervoor is de eenvoudige ontdekking van een met roetschorsziekte aangetaste boom langs de weg tijdens mijn recente wandeltocht in de omgeving van het Belgische Maaseik.
Verwarring
Het voornaamste kenmerk van de roetschorsziekte is de overheersende zwartverkleuring die ontstaat door een sterke sporenvorming op de stam. Er bestaan nog wel meer schimmels die zwartverkleuring en bastworp veroorzaken. De zwartverkleuring dient bijvoorbeeld niet verward te worden met de stekelige korstkogelzwam, Eutypa spinosa welke onder andere op beuk kan worden gevonden. Deze schimmel veroorzaakt eveneens een gitzwarte verkleuring met knisperend loslatend kurkcambium, maar daarbij komen veel minder sporen vrij.
De monsters waarop in ons lab geen roetschorsziekte is aangetroffen, zijn macroscopisch soms niet van monsters met roetschorsziekte te onderscheiden, toch ontbreken hier de juiste sporenkenmerken van Cryptostroma corticale. Waar de sporen dan wel van zijn kan niet zondermeer bevestigd worden, hier is een vervolg onderzoek voor nodig. Desondanks kunnen door het uitsluiten van roetschorsziekte wel grote kosten voorkomen worden omdat de boom dan niet onder speciale omstandigheden verwerkt hoeft te worden. Opbollend kurkcambium, sterke zwartverkleuring en de aanwezigheid van ‘roet’ rondom en op de stam, zijn het meest leidend om roetschorsziekte te vermoeden in combinatie met een verminderde conditie van esdoorn. Zwarte uitstulpingen aan de oppervlakte van de schors, of enkele bloedingsplekken aan de buitenzijde van de bast zijn daarmee nog geen typisch kenmerk van roetschorsziekte.
Gezondheidseffecten en persoonlijke bescherming
Sporen van de roetschorsziekte kunnen chronische longontsteking veroorzaken. De sporen zijn vooral een probleem voor mensen die met veel sporen in aanraking komen en de luchtwegen hiervoor niet beschermd hebben. Mensen met een immuunziekte moeten de directe omgeving van een aangetaste boom overigens wel vermijden, maar het merendeel van de bevolking die langs een aangetaste boom loopt, hoeft zich nog niet direct zorgen te maken. Het is hierbij voor de boombeheerder van belang niet in de paniekstand te schieten maar vooral zorgvuldigheid te betrachten. Echter bij het verwijderen van bomen met roetschorsziekte blijkt in de praktijk dat het risico op nadelige gezondheidseffecten nog wel eens hardnekkig genegeerd wordt. Als werkgever heb je de zorgplicht om de veiligheid en gezondheid van werknemers te beschermen. Dit betekent dat, als je weet dat roetschorsziekte aanwezig is, je er niet mee wegkomt om dit te negeren, met als gevolg dat werknemers onvoldoende beschermingsmaatregelen nemen bij de werkzaamheden aan besmette bomen. Mensen die de bomen weghalen moeten dus afdoende beschermd worden hierin hebben opdrachtgever en opdrachtnemer een verplichting. Aangezien zagen en met takken sjouwen een sterke fysieke belasting is, vormt het dragen van adembescherming middels een overdrukmasker met P3 filter de meest comfortabele oplossing om een boom veilig te verwijderen. Het meest recente protocol van Stigas van oktober 2020 wat Terra Nostra met deze Nederlandse arbodienst heeft opgesteld en opgenomen is in de Arbocatalogus, geeft een goed beeld hoe persoonlijke bescherming toegepast zou moeten worden bij het verwerken van een boom met roetschorsziekte. Tijdens het verwerken dient de boom zoveel mogelijk nat gehouden te worden om zo min mogelijk sporen vrij te laten komen. Het zoveel mogelijk machinaal vellen heeft om deze reden de voorkeur.
Verwerken van aangetaste bomen
De BVOR, vereniging van composteerbedrijven, heeft aan haar leden geadviseerd om hout besmet met roetschorsziekte niet te accepteren vanwege de risico’s op verspreiding en daarmee inademen van de sporen. Ook het verbranden van gehele takken en stamstukken in afvalverbrandingsinstallaties behoort niet tot een praktische oplossing, dergelijke installaties zullen meestal weigeren niet verkleind materiaal te verwerken. Bij het verwerken van bomen die aangetast zijn door roetschorsziekte ontstaat het risico dat sporen zich verspreiden. Het verwerkingsproces dient er dan ook op gericht te zijn om sporendrift te beperken. Dat kan in een woonomgeving betekenen dat besmette bomen geveld en afgedekt worden met een dikke laag grond. Maar in veel gevallen zal het vanwege betredingsdruk noodzakelijk zijn om besmette bomen afgedekt te vervoeren om elders te verstoken of te verkleinen. Het besmette hout kan verkleind worden, in tegenstelling tot eerdere adviezen, door een shredder of chipper, mits uitdrukkelijk is voorzien in het beperken van de sporendrift. Hiervoor is het noodzakelijk een machine in te zetten die hiervoor is aangepast, waaronder sproeiers op het gehele verklein- en opvangproces en een overdrukcabine voorzien van P3 filters. Een veilige mensvrije zone rondom het vellen of verwerken van aangetaste materialen is op minimaal 50 meter gesteld, dit betekent dat aangetaste bomen in onbebouwde omgeving soms ook ter plekke verkleind kunnen worden. Eventueel resterende sporen die in de bodem terecht komen verteren snel bij warme temperaturen. Gebleken is dat na 2 weken onder zomerse omstandigheden 80% van de sporen niet meer levensvatbaar is.
Afvalstof
Bomen die aangetast zijn worden gezien als een afvalstof, hiervoor is de Euralcode 020107 (afval van bosbouw) aangewezen als meest relevante code. Een afvalstof mag niet begraven of verstookt worden zonder vergunning van bevoegd gezag. Het verbranden van het materiaal is echter wel mogelijk in biomassa centrales, deze dienen hiervoor een aparte werkstroom in gang te zetten waarbij geborgd is dat medewerkers niet het risico lopen sporen in te ademen.
Het lijkt me duidelijk dat roetschorsziekte een aantasting is die je niet meer kunt negeren en eentje die vraagt om zorgvuldig handelen maar vooral geen paniek.