Blijf op de hoogte

Als we het over ziektes hebben, die niet bij mensen voorkomen, zit er op de een of andere manier iets fout tussen de oren. We zijn geprogrammeerd om zodra een ziekte of aantasting aanwezig is deze uit te willen roeien. Onverschillig of we het over bomen, planten of dieren hebben zodra we het als vervelend ervaren willen we elimineren, uitroeien, vernietigen! Neem nou wespen, het maakt niet uit of je er last van hebt of niet zodra een nest wordt waargenomen moet iemand ingeschakeld worden om de wespen te verdelgen. Het zit zelfs diep tot in onze taal verankerd: onkruid moet verwijderd worden en ongedierte moet je doden.

Dit blijkt nu ook maar weer eens temeer bij het beheersen van de eikenprocessierups, het toepassen van middelen om de overlast van deze rupsen te voorkomen leidt tot veel commotie en zorgen. Critici denken dat we alles uit willen roeien, maar de enige reden waarom beheer van eikenprocessierupsen wordt uitgevoerd is omdat wij, mensen de overlast niet accepteren. Hierbij een oproep aan iedere burger voor acceptatie van overlast.

Wanneer is iets ellendig genoeg om er vanaf te willen? In het geval van onkruid zou je kunnen stellen dat het een beplanting is die zich op een ongewenste plek ontwikkeld. Als berken of esdoorns dus op een plaats groeien waar je ze niet wil hebben dan zou je dat onkruid kunnen noemen. En is dat met beesten dan ook zo? Als je aan ongedierte denkt dan zullen de meeste aan ratten, muizen, muggen, vliegen en wespen denken. Geen haan die er naar kraait als je buurman het wespennest laat doden of misschien heb je zelf ook wel een doosje met korrels staan om muizen te doden. Het is vrij verkrijgbaar en er zijn immers maar weinig heiligen op deze aarde dus waarom niet? Maar wat nou als er teveel konijnen, vossen of zelfs teveel edelherten zijn, denk even aan de Oostvaarderplassen dan is de wereld te klein als daarbij geprobeerd wordt om die te ‘bestrijden’. Kortom acceptatie van maatregelen heeft minimaal zoveel met de aaibaarheid van het slachtoffer te maken.

Het mooie in onze aangeharkte tuin, die natuur in Nederland heet, is dat we veel belangenverenigingen hebben die zich focussen op één organisme. Maar dan moet het wel een aaibaar organisme zijn. Ik denk aan de Vogelbescherming, Vlinderstichting, Vereniging van het Edelhert, Bijenstichting et cetera. Stuk voor stuk belangrijke organisaties, begrijp me niet verkeerd, maar waarom is er nou geen strontvliegenstichting? Weet je wel hoe belangrijk strontvliegen, Scathophaga stercoraria zijn? Strontvliegen leven anders dan je zou vermoeden van nectar, leggen hun eitjes in mest en de larven leven vooral van de vliegenlarven die in de mest leven. Strontvlieglarven trekken weer kevers aan en vormen daarmee een belangrijke schakel in de keten rondom het verteren van mest en kadavers die uiteindelijk opneembaar worden voor planten en bomen. Ik zie steeds minder koeien buiten lopen dus het zou zo maar kunnen zijn dat het dramatisch slecht gesteld is met de strontvliegen populatie. Of zijn strontvliegen niet aaibaar genoeg om ons zorgen over te maken?

Terug naar het bestrijden van ‘ongedierte’. We zitten weer midden in de eikenprocessierupsen malaise. 2019 was een jaar met veel overlast dus 2020 melden zich in januari al de eerste journalisten bij me of er iets smeuïgs was te melden over dit door velen vervloekte insect. Inmiddels is het dagelijkse kost en worden iedere dag artikelen geplaatst over de eikenprocessierups. Ik ga het steeds meer geloven dat de jeuk van de processierups door de media wordt veroorzaakt, want het moet echt wel sensationeel genoeg zijn wil je informatie overgenomen worden. Maar voor sensationele berichten hebben we gelukkig nog het open riool ook wel bekend onder de naam ‘sociale media’. Het maakt niet uit wat je plaatst als het maar populair bekt, maar helaas geen één die het voor strontvliegen opneemt terwijl hier een geweldige kans ligt als ik zie met hoeveel stront wordt gegooid. Sociale media lijkt soms net een hondenkennel de één blaft nog harder dan de ander. De items spelen vaak in op het sentiment of worden aangedreven door het onderbuik gevoel, belangenverenigingen of getypecaste boswachters met een leren hoed en kaki hemd roepen dat in het geval van de eikenprocessierups OV-ER-AL met gif wordt gespoten en alle dieren hieraan doodgaan, dat snapt een burger en levert tenminste een lekkere kop op. Dat het bedoelde bacteriepreparaat waar we het hier over hebben uiterst specifiek werkzaam is op de vlinderfamilie, wat op zich vervelend genoeg is, dat laten we dan maar even buiten beschouwing want dat zal wel bij het grote chemieconcern vandaan komen en dan is het bij voorbaat gelogen.

In elk geval gaat de publieke opinie zich steeds meer tegen ongewenste neveneffecten van bestrijding richten, dat realiseer ik me al jaren. Dat is ook de reden dat we al jaren roepen dat natuurlijke vijanden gestimuleerd moeten worden en monoculturen omgevormd moeten worden, en dat komt niet uit een potje of uit één koolmeeskastje, herstel van ecologie kost immers jaren. Kritisch zijn mag, nee dat moet, maar er zijn niet alleen maar idioten aan het werk bij een gemeente, al is dat wel een beeld wat men ons graag wil doen laten geloven. Er heerst bijvoorbeeld het misverstand dat gemeentes plakstrips ophangen, wat in werkelijkheid door ‘kundige’ burgers gebeurd. Sterker nog er zijn er zelfs die de  complottheorie geloven dat het bestrijden van de eikenprocessierups allemaal de schuld is van het verkoopsucces van bestrijdingsbedrijven. Natuurlijk gemeentes, lees probleemhouders, zijn allemaal makke schapen die hun oren naar de commercie laten hangen en hebben hun budget klaar liggen om op te laten harken. Want commerciële bedrijven zijn sowieso niet te vertrouwen die handelen enkel uit winstbejag. Je begrijpt een beetje sarcasme is hier wel op zijn plaats om dit enigszins te relativeren.

Maar wat is nou de rol van  de creatieve burgers die met de meest onnozele maatregelen op de proppen komen? Als een virus verspreidt de theorie zich dat folie om stammen wikkelen processierupsen tegenhoudt. Tot op zekere hoogte is folie een obstakel maar dan zitten de processierupsen op en rond het plastic en dan? En waar gaan we met deze verkwiste, mogelijk besmette overdaad aan plastic naar toe? Ik weet het wel en dan is het maar hopen dat het in de keten van transport en verwerking niet weer ergens fout gaat met dit aangetaste materiaal. Wederom een creatieve maatregel die dus niet goed is doordacht en waarvan de effectiviteit ronduit twijfelachtig is.

We hebben in Nederland echter te maken met zorgplicht dus als probleemhouder kun je de overlast die mensen ervaren niet negeren. Het is absoluut belangrijk om met grote zorgvuldigheid en  selectiviteit de te spuiten locaties vast te stellen, echt alleen maar daar waar overlast onaanvaardbaar hoog is en andere methodes zoals zuigen of accepteren geen opties zijn. Al voorzie ik dat voorlopig nog wel ingegrepen zal moeten worden met preventieve middelen in onze hoog stedelijke omgeving. Daarbij is er de keus tussen nematoden en bacteriepreparaten, die op dit moment het meest selectief zijn om toe te passen. Selectiviteit van de locaties, daar is winst te halen in plaats van maar steeds nematoden of het bacteriepreparaat op de hakblok van kritiek te leggen. In de hele chemie van bestrijdingsmiddelen is niet één product te vinden wat net zo selectief is als het veel toegepaste bacteriepreparaat. En begrijp me nu weer niet verkeerd, ik heb geen enkel belang bij welke producent van welk middel dan ook.

Maar weet je waar, naast het stimuleren van natuurlijke vijanden en zorgvuldigheid bij de keuze voor preventief beheer, nog meer winst is te halen? Bij jou en mij en dat heet acceptatie. Lees eens voor je plezier een zeer exemplarische weergave hoe de gemiddelde burger tegen acceptatie aankijkt in dit bericht: Horrorboom met rupsen teistert buurt, het is te smerig voor woorden ze zitten overal’ . Doe het nou want dit is gewoon humor én exemplarisch.

Zolang we geprogrammeerd zijn om alles maar uit te willen roeien en zolang gemeentes en huisartsen worden plat gebeld omdat we jeuk hebben, is er voldoende draagvlak voor het huidige beheer. Zodra we tot acceptatie overgaan, en dan bedoel ik de lichte klachten, dan kunnen we pas echt selectief worden. Ernstige klachten moeten natuurlijk altijd voorrang blijven krijgen om op in te grijpen.

Ik spreek de hoop uit dat alle organisaties die geageerd hebben tegen het toepassen van nematoden en bacteriepreparaten, deze zomer net zoveel energie stoppen in media aandacht om draagvlak voor overlast te creëren bij het publiek. Zodra dat bereikt is kunnen we, liefst zo snel mogelijk, afschalen met bespuitingen.

Wil je een bericht ontvangen als een nieuwe blog is geplaatst? Meld je hier aan.

Blijf op de hoogte
Deze website maakt voor een optimale werking gebruik van cookies. OK Toestaan Weigeren Lees voor meer informatie onze privacyverklaring privacy Cookie instellingen Dit veld is niet ingevuld De ingevulde tekst is te kort De ingevulde tekst is te lang