Blijf op de hoogte

Op 1 april, en dat is geen grap, zijn de eerste eikenprocessierupsen weer uit de eitjes gekropen. Door het Parool wordt in een artikel de eikenprocessierups één van ’s lands grootste plaaggeesten genoemd. Is dat terecht  of programmeren we elkaar dat we vooral een dwangmatige hekel aan dit bijzonder interessante insect moeten hebben? Hierbij een vooruitzicht op het komende eikenprocessierupsen seizoen.

Tik een eitje

Al jaren heb ik een insectenstation in Mill waar ik insecten volg die in de openbare ruimte voor overlast kunnen zorgen of waar we een sterke behoefte tot beheer bij voelen. Op 1 april zijn de eerste eipakketten van de eikenprocessierups uitgekomen in Mill. Op dezelfde dag is de ei-uitkomst gemeld in Sittard en Hengelo. Ook in België zijn de eerste ei-uitkomsten gemeld in de provincies Limburg en Antwerpen. Elk jaar wordt de uitkomst van de eipakketten voorspeld op basis van historische gegevens en de buitentemperatuur.  De weersverwachting in de maand maart is hierin het meest bepalend. De onvoorziene hoge temperaturen van 31 maart, met temperaturen tot wel 26˚C, hebben ervoor gezorgd dat de rupsen eerder uitkwamen dan 10 april (de voorspelde datum van de ei-uitkomst). Niet alle rupsen zijn op 1 april uit hun ei gekropen, afhankelijk van het weer zal dit enige tijd duren. De omslag naar het koude weer vanaf 2 april heeft tot gevolg dat er een spreiding van de ei-uitkomst plaatsvindt, omdat dit de ontwikkeling van de rups in de eipakketten zal vertragen. In het insectenstation in Mill was op 1 april slechts 10% van de eitjes uitgekomen, op 8 april waren er nog steeds niet meer eipakketten uitgekomen. Dit betekent dat voor de overige ei-uitkomsten om en nabij 10 april  aan te houden is.

In het verleden is wel gebleken dat vorst geen invloed heeft op het succes om te overleven. De eerste eikenprocessierupsen zijn er, door de paar warme dagen dit jaar, vroeg bij maar de vroegst genoteerde uitkomst is in 2014 geweest, op 30 maart. Vorig jaar, 2020, kwamen de eerste rupsen uit op 6 april.

De rupsen zijn nu nog erg klein, ongeveer 2 tot 3 mm, en zijn sterk oranje met zwarte lichaamsharen en een opvallend zwarte kop. Ze houden zich in leven met de inhoud van de knoppen van eiken door zich meestal in de hoofdknop van een twijg in te vreten. De rupsen kunnen nu wel makkelijk als voedselbron dienen voor predatoren, met name andere insecten, maar ook vogels kunnen zorgen voor een daling van het aantal rupsen als eenmaal de interesse is gewekt .

De rupsen hebben nu nog geen brandharen, vanaf het derde larvale stadium ontstaan de eerste brandharen. Vanaf het vierde larvale stadium neemt het aantal brandharen sterk toe en ontstaat ook de eerste zichtbare nestvorming waarbij de eerste overlast, die ik zeker niet wil onderschatten, voor mensen en dieren zal ontstaan. Het bereiken van het vierde larvale stadium wordt op basis van de lange termijn weersvoorspelling van april, vanaf 23 mei verwacht, ook hierin zijn de temperaturen in de tussenliggende periode bepalend.

 

Beheer op basis van gegevens

Bij iedere vorm van beheer is het van belang dat allereerst bepaald wordt of er een noodzaak is om in te grijpen. Hiervoor zijn twee factoren alles bepalend; de mate waarin een populatie succesvol is zich te ontwikkelen en de mate van risico waarbij dit tot overlast kan leiden. Hier zit dus al de sleutel of we met een plaaggeest te maken hebben  of niet. Daarvoor heb je  beeld nodig van de lokale plaagdruk maar zeker ook de lokale risico’s. Dit is maatwerk maar alleen maar succesvol als er registratie heeft plaatsgevonden van de aangetaste bomen en de mate van aantasting. Sinds 1992 worden eikenprocessierupsen actief in Nederland bestreden, sinds 2000 zijn er steeds meer digitale registratiesystemen die het mogelijk maken om de informatie structureel vast te leggen. Ik ben vind het teleurstellend om vast te moeten stellen dat na zoveel jaren van eikenprocessierupsen en registratiemogelijkheden het merendeel van boombeherend Nederland de informatie over de plaagdruk niet vastlegt of in zijn eigen gebied niet kent. Waarop is beheer dan gebaseerd? Onderbuikgevoel, beschikbaar budget, aantal meldingen? In mijn beleving onvoldoende onderbouwde informatie om beheer op te baseren waarbij het aantal meldingen nog het meest zegt over de ervaren overlast. Maar meldingen kunnen ook iets zeggen over bereidwilligheid van de bevolking om te melden, het zegt dus niet persé iets heel betrouwbaars over de plaagdruk.

 

Registratie

Sinds een aantal jaren werken we bij Terra Nostra met een eigen ontwikkeld EPR registratie- en management systeem binnen GIS systemen, hiermee is zó veel mogelijk. Zo kunnen we de diverse risicozoneringen conform de Leidraad beheersing eikenprocessierupsen,  beschermde vlindergebieden, ecologische beheermaatregelen, vogelnest- en vleermuiskasten weergeven. Maar ook alle informatie vanuit beheer kan hierin opgenomen worden, dus spuitlocaties met spuitrapporten, meldingen van burgers zijn indien gewenst in te voeren, inspectie  registratie van aangetaste bomen, bestrijding met bijbehorende plaagdruk indicatoren en monitoring van eikenprocessievlinders. Het hele proces is realtime te volgen en kan in een af te stemmen weergave ook openbaar inzichtelijk worden gemaakt. Dit maakt het een erg machtig instrument waarmee we, gebaseerd op feiten, toekomstig beheer kunnen motiveren. Dit geeft de burger maar ook de pers de mogelijkheid om te volgen wat er werkelijk gebeurt, je ziet hierbij, daar waar de meest open communicatie plaatsvindt, de klachten en meldingen afnemen.

Een groot voordeel van deze manier van EPR registratie en beheer door data een structureel onderdeel te laten zijn van je beheer, is dat je er de meeste milieuwinst mee kan behalen. Je hebt namelijk hiermee de mogelijkheid zeer overwogen beheermaatregelen uit te zetten, op basis van exacte plaagdruk en juiste risico’s. En voor de duidelijkheid, dat kan ook het accepteren van overlast zijn, ook dat is beheer.  

 

Bekende beheermethodes

Het seizoen begint als de eitjes zijn uitgekomen en vanaf het moment dat het in de nachten minimaal 4OC is kan preventieve bestrijding met nematoden ingezet worden. Nematoden kennen een contactwerking en dienen op of dichtbij de rupsen te komen om zich in de rupsen te kunnen dringen. De inzet van nematoden dient minimaal 1 keer herhaald te worden. Het middel is niet selectief en heeft effecten op insecten/larven met een zachte huid (geen zorgen, insecten, geen mensen). Voordeel is dat je vroeg in het seizoen kunt beginnen als er nog weinig andere insecten aanwezig zijn en de nematoden slechts 3 uur levend blijven waardoor er beperkte negatieve effecten op niet doel-organismen  te verwachten zijn. Doorgaans wordt een effect van 85% reductie van aangetaste bomen bereikt, bij hoge plaagdruk kan dit echter fluctueren.

Vanaf het moment dat bomen minimaal 40% bladontplooiing hebben, kan de preventieve bestrijding met het bacteriepreparaat Baccillus thuringiensis ‘Aizawai’, bekend onder de productnaam Xen Tari, of Baccillus thuringiensis ‘Kurstaki’ ingezet worden. Dit middel dient via vraat binnen te komen in de rups en is dan dodelijk. Het middel breekt op basis van UV straling af en wordt binnen 1 tot 7 dagen geheel afgebroken. Groot voordeel is dat het middel zeer selectief is omdat het alleen gevoeligheid bij rupsen van de Lepidoptera familie kent. Dit wil niet zeggen dat hier iemand zit die blij is dat er andere rupsen doorsterven, maar ik wil wel voorkomen en weerleggen dat ‘alles er aan dood gaat’. Dat is nou net het makkelijke maar ook onjuiste argument waar we geregeld mee te maken krijgen als natuurbelangen behartigende organisaties zich in de discussie roeren. Nogmaals hier schrijft geen gifboer, maar iemand die op basis van gegevens en analyses van data zijn adviezen onderbouwd en daarmee de grootste milieuwinst behaald. Net als in mijn blog Mensen zijn fout geprogrammeerd in 2020 stel ik nog steeds voor dat we draagvlak bij de bevolking moeten kweken om overlast te accepteren, zolang bewoners gemeentes overladen met klachten zullen deze binnen de kaders van de wet handelen en overlast maximaal proberen te beperken. Dit is het effect van de burger.

Zodra er niet meer gespoten kan worden of er onvoldoende aanleiding is om te spuiten kunnen nesten weggezogen worden, mochten deze toch tot overlast kunnen leiden. Hierbij is een goede bescherming van de bestrijders van belang en een filterpakket op de zuiginstallatie. In sommige gevallen als er geen zuiginstallatie bij kan komen dan kan een nest ingespoten worden met enig lijmproduct om het geheel te fixeren en direct daarna als één geheel met een plastic zak weg te plukken. Zie voor specificaties van deze methodes de Leidraad Beheersing eikenprocessierupsen.

 

Koudwatervrees natuurlijke vijanden

De grote ontwikkeling die we met zijn allen hebben te gaan is het ontwikkelen en inzetten van natuurlijk beheer. Ook hierbij heeft eikenprocessierupsenkartrekker en entomoloog Silvia Hellingman met engelengeduld missiewerk verricht met het project Stichting Boermarke in Westerveld. Met een ontembare energie en monnikenwerk is hier de inzet van natuurlijke vijanden ontwikkeld en gemonitord. Dit project is in 2019 opgeleverd met positieve resultaten, maar je merkt dat we met koudwatervrees te maken hebben. De pilotprojecten in het land komen slechts  mondjesmaat op gang. Uit een onderzoek van WUR studenten blijkt dat vooral de onzekerheid op resultaten, nog niet bekende kosten en te verwachten termijn van effecten de meest bepalende factoren zijn die beheerders remmen.

Het inzetten van natuurlijke vijanden is maatwerk wat op iedere specifieke biotoop/plantgemeenschap  te ontwikkelen is. Ik adviseer een ieder hiermee op plekken aan de slag te gaan waar een eerst, eventueel beperkt resultaat, niet direct tot overlast leidt. Neem hier ook de inrichting van het gebied in mee. De noodzaak tot omvorming van eiken is in mijn opinie al noodzakelijk als 20% van een bomenbestand uit het geslacht eik bestaat. Bedenk ook dat het planten van een meidoorn minimaal zo effectief is als het plaatsen van een koolmezenkastje. Dit geldt overigens ook voor het handhaven van oude eikenprocessierups nesten, ook hierin zitten vele natuurlijke vijanden die je beschermt door ze in de bomen te laten hangen, hieraan zijn wel voorwaarden verbonden om onbedoelde overlast te voorkomen.

 

Ontwikkeling

Op het gebied van innovatie is de ontwikkeling op de Universiteit van Maastricht nog het meest interessant. Middels het project genaamd OakShield wordt gebruik gemaakt van silencing RNA binnen de E. coli bacterie waarmee bepaalde essentiële genen in de rups uitgeschakeld kunnen worden zodra eikenprocessierupsen het middel met gemodificeerde E. coli binnen krijgen. Het principe is hetzelfde als de inzet van Bacillus thuringiensis echter met dat grote verschil dat aan de gemodificeerde E.coli andere rupsen niet dood gaan. Het middel is momenteel nog in ontwikkeling maar biedt wel een hoopvol perspectief m.b.t. selectiviteit. Echter het sleutelen aan de genen is een fenomeen waarbij het nog wel de vraag is of dit met de Europese regelgeving als bestrijdingsmiddel toegelaten zal gaan worden.

Wat schetst mijn verbazing, er is een bedrijf wat op internet een of ander schuim verkoopt om nesten mee in te spuiten onder dezelfde naam als bovenstaand project. Ik schrijf ‘ een of ander’ want 1: de samenstelling is een soort van zeep en 2: je weet geheel niet welke organisatie hierachter zit, er is zelfs geen telefoonnummer te vinden. De claim is ‘met deze aanpak de rupsen en hun brandharen worden ingekapseld in een milieuvriendelijk, biologisch cocon van schuim’. Ik mis echter geheel de onderbouwing wat het werkingsmechanisme van het product is en hoe is vastgesteld wat dit exact met rupsen en brandharen doet. Ik zal me in deze maar niet druk maken over de anonimiteit van de organisatie, maar de productnaam die is gekozen komt jammer genoeg geheel overeen met bovenvermelde projectnaam van Universiteit Maastricht. Verdorie nu maak ik me toch druk: Schaam je!

 

Willy Wortels

Het is glad ijs op het gebied van de innovatieve eikenprocessierupsenbestrijding, er zijn sinds 2019, het jaar dat zo’n beetje heel Nederland liep te krabben, waanzinnig veel methodes geïntroduceerd om nesten te bestrijden. Laat ik maar geen productnamen noemen want de heren van een vangtruc met plastic zakken kunnen me zomaar weer een jurist in het vooruitzicht stellen. Trouwens, wat zou er toch van deze ‘vriendelijke’ innovators terecht zijn gekomen? Zijn ze zo slim geweest dat ze nu al op de Bahama’s zitten van het succesvol verkopen van plastic zakken? Wat tot nu toe nagenoeg altijd ontbreekt bij elke Willy Wortel oplossing, is de wetenschappelijke onderbouwing of in elk geval een goede praktijk registratie met resultaten. De claims die gelegd worden zijn echter wel heel gericht gekozen, brandharen worden ingekapseld of afgebroken en dit allemaal voorzien van een paar populaire containerbegrippen zoals milieuvriendelijk en biologisch om de vriendelijkheid van het product en de maatschappelijke betrokkenheid van de achterliggende organisatie te overtuigen. Je kunt een lijst met de betrouwbare beoordeling van diverse Willy Wortel innovaties vinden in de informatiebladen op de website van Kennisplatform processierups.

Ik ben geheel niet tegen innovatie, ik denk ook dat hier interessante producten bij zitten, maar geachte innovators ga alsjeblieft goed onderbouwd de markt op en werk samen met bestrijdingsbedrijven voordat je iets introduceert, nu wordt meer kwaad dan goed gedaan, dit straalt gewoon slecht af op de sector die wel serieus zijn werk probeert te doen.

De grootste ontwikkeling zit in open communicatie en het beheren van de eikenprocessierups op basis van gegevens. Voor de komende jaren is het belangrijk om over te schakelen naar het stimuleren van natuurlijke vijanden en geleidelijk aan bomenbestanden om te vormen waarbij eiken een dominantie hebben.

Voor nu, geniet van de natuur, neem iedere krantenkop niet te serieus en accepteer, dat leeft een stuk makkelijker.

Wil je een bericht ontvangen als een nieuwe blog is geplaatst? Meld je hier aan.

Blijf op de hoogte
Deze website maakt voor een optimale werking gebruik van cookies. OK Toestaan Weigeren Lees voor meer informatie onze privacyverklaring privacy Cookie instellingen Dit veld is niet ingevuld De ingevulde tekst is te kort De ingevulde tekst is te lang