De naweeën van extreme seizoenen
0 weergaven Reacties niet mogelijkAl is het nu najaar aan het worden het zal je waarschijnlijk niet zijn ontgaan dat we 2 extreme zomers hebben gehad. De zomers van 2018 én 2019 worden gekenmerkt door hitte en gebrek aan vocht wat de nodige gevolgen heeft voor ons bomenbestand. Naarmate de gronden meer gevoelig zijn voor droogte zoals de zandgronden welke voornamelijk in het oosten van het land zijn te vinden, nemen de gevolgen voor bomen toe. Maar niet alleen op droge zandgronden zijn gevolgen zichtbaar. Ook in de stedelijke omgeving leidt droogte tot afnemende levensverwachting. Vaak betreft het droogte gevoelige boomsoorten zoals beuk maar ook eiken laten de gevolgen van droogte zien, de berk waarvan we meestal denken dat deze goed tegen droogte kan blijkt een paniekhaas welke zijn blad vaak al vroeg heeft laten vallen. Drie aantastingen op bomen vallen op vanwege serieuze gevolgen.
Fijnsparren, Picea abies staan massaal dood te gaan of zijn inmiddels compleet afgestorven te vinden in tuinen en beplantingen. Niet alleen in de monoculturen in bossen maar ook in tuinen valt de fijnspar massaal uit. Kenmerkend is dat de soort sinds 2018 door de droogte verzwakt is maar daar niet direct aan afsterft. Het is vooral de secundaire aantaster die sparren nekt. Het betreft hier een kever met de bijzondere naam: letterzetter, Ips typographus. Als de temperatuur in het voorjaar boven de 20O C. komt leggen de volwassen kevers onder de bast van een verzwakte boom een boorgang vol met eitjes. Normaal gesproken heeft een gezonde naaldboom een dusdanige harsproductie dat de kever het niet lukt binnen te komen, door de verzwakking in conditie neemt deze druk af en kan de kever succesvol zijn nakomelingen onder de bast afzetten. Doordat de larven van de letterzetter een onwillekeurig slingerend gangenstelsel in het cambium vreten wordt de sapstroom geblokkeerd en sterven de bomen af. Eigenlijk is het een opportunist welke gebruik maakt van de geschikte omstandigheden. Het afsterven van de boom is in de natuur onderdeel van een voedselketen, wanneer het verval en de vertering van de boom is ingezet zal deze uiteindelijk als voedingsbodem voor anderen eindigen. Als wij onze tuinen niet zo aanharken vind dat daar ook plaats.
Sinds 2013 hebben we in Nederland roetschorsziekte, Cryptostroma corticale vastgesteld. Een schimmel aantasting die latent aanwezig is in de celstructuur van het geslacht esdoorn, Acer en zeer sporadisch in linde en berk voor komt. Deze schimmel die gepaard gaat met veel zwarte sporenvorming is vrij makkelijk vast te stellen op gedroogd esdoorn hout bijvoorbeeld in een kachelhouthok. Het ziet er dan uit alsof iemand zijn asla op het hout heeft uitgeklopt. Deze aantasting openbaart zich wanneer esdoorns als gevolg van droogtestress in conditie afnemen. Gevolg van de aantasting is dat de boom afsterft, hierbij komt het probleem dat de sporen van de schimmel een risico vormen voor degene die de boom verwijderen. Deze sporen kunnen namelijk een chronische longontsteking, pneumonitis veroorzaken. Samen met arbodienst Stigas hebben we in het verleden een protocol opgesteld om risico’s voor uitvoerenden hierbij te beperken. Dit jaar hebben we in het laboratorium van Terra Nostra al op tientallen bomen de roetschorsziekte vastgesteld op meer dan 10 locaties verspreid over Nederland. De verwachting is dat hier nog niet het einde van in zicht is en we in de zomer van 2020 meer van deze ziekte zullen gaan horen.
Een derde droogtestress gerelateerde aantasting is ziekte met de exotisch klinkende naam: massaria, Splanchnonema platani. Een schimmelaantasting die in 2007 in Nederland is vastgesteld, alleen op platanen voor komt en afsterving van soms complete gesteltakken tot gevolg heeft. Doordat de schimmel meest aan de bovenzijde van de tak levend houtweefsel aantast, met als gevolg een kortvezelige structuur, kunnen behoorlijke takken alleen al door hun eigen gewicht vrij makkelijk uitbreken. Een typische stadse ziekte welke zich vooral manifesteert in de volwassen platanen die in een verharde omgeving staan. Takken aan de binnenzijde van kronen zijn onder schaduwrijke omstandigheden meest gevoelig. In Londen is veel aandacht voor de ziekte omdat de plataan daar een populaire stadboom is, ze noemen de plataan in de UK niet voor niets London plane. Wat ik best wel hebberig vind om de naam van een boomsoort te claimen die van nature uit de Balkan komt. Maar ook een aantal Duitse steden zoals Essen, Hamburg en Berlijn ondervinden de gevolgen van deze aantasting met als gevolg steeds hoger opgesnoeide platanen in het straatbeeld. Dit jaar lijkt de ziekte meer succesvol, met name in Rotterdam zijn zwaar aangetaste gesteltakken verwijdert. De aantasting gaat niet over in de stam dus is er tot op heden geen sprake van afsterving van de gehele boom maar betreft het hier een veiligheidsrisico en dan vooral in de stedelijke omgeving. In het verleden is voor het beheer van deze ziekte geïntroduceerd om zelfs tot twee maal per jaar alle platanen met een hoogwerker te gaan controleren. Getuige het beperkte aantal schades is deze maatregel lang niet altijd noodzakelijk gebleken. Dat na het vaststellen van massaria een verhoogde inspectiefrequentie bij een zekere mate aan betredingsdruk wordt ingesteld is wel van toepassing. Met een hoogwerker kun je de ziekte het beste waarnemen, direct de aangetaste takken verwijderen is meest praktisch. Bomen die jonger zijn dan 30 jaar kunnen hierbij sowieso overgeslagen worden aangezien daarin zelden massaria wordt aangetroffen.
Deze boomziektes zijn direct in relatie te brengen met droogte stres. Watermanagement is jaren lang gericht geweest op het afvoeren van water naar de zee. De nieuwe werkelijkheid lijkt ons te leren dat het bufferen van water minimaal zo belangrijk is. In dat kader zijn projecten waarbij het vasthouden van water is ingezet zoals het Deltaprogramma Maas noodzakelijk. Daarnaast moeten we in de stedelijke omgeving zorgen dat we water vastleggen, er zijn inmiddels veel innovatieve producten op de markt die dit mogelijk maken. Het streven naar minder verharding en maximaal toepassen van open bodems is hierbij de meest simpele oplossing. Getuige de afschuwelijke versteende ‘tuin’ cultuur van de afgelopen jaren is daar nog wel wat winst te halen.