Bomen om blij van te worden: De 1000-jarige Tanzlinde van Effeltrich
0 weergaven Reacties niet mogelijkIn de serie ‘Bomen om blij van te worden’ een vormboom die de titel ‘1000-jarige’ heeft gekregen. Zodra we de leeftijd echt niet meer kunnen schatten gaan we bomen 1000-jarigen noemen, hetgeen absoluut niet wil zeggen dat de boom al duizend lentes heeft doorgemaakt maar dat ons vermogen tekort schiet om de leeftijd nog betrouwbaar te kunnen benaderen. Ter plekke vermeld een bord dat vaklieden een 850 jarige leeftijd schatten. Dat de boom geplant is in 1007 ter ere van de oprichting van het bisdom Bamberg wordt als lokale sage afgedaan. Niettemin is de Tanzlinde van Effeltrich een indrukwekkende verschijning en hoort zeker thuis bij gedenkwaardige bijzondere bomen. Meer dan 800 jaar, het maakt mij niet uit, De 1000-jarige Tanzlinde van Effeltrich is een boom om blij van te worden, voel jij het al kriebelen?
De 1000-jarige Tanzlinde van Effeltrich in Duitsland is te vinden in gemeente Effeltrich, kreis Forchheim in de staat Bayern. Met zijn 2.550 inwoners een kleine plaats met in het centrum van de plaats de indrukwekkende Tanzlinde. De doorgaande weg voert niet ver van de boom die op een pleintje staat en wordt omzoomd door huizen, herberg ‘Gasthof zur Linde’ en de Wehrkirche van eind 16e eeuw welke herbouwd is op een nog oudere kasteelkerk uit 13e eeuw. Oftewel een plaats met een lange geschiedenis. Effeltrich betekent plaats met veel appelbomen. Al in de tijd van Karel de Grote (768-814) is de regio aangewezen als fruitboomteelt regio. De invloed die deze oude fruitboomteelt cultuur op de Tanzlinde heeft, is interessant en biedt mogelijk een verklaring waarom deze boom al voor de 13e eeuw op deze uitzonderlijke manier is gevormd en onderhouden.
Het bordje onder de boom vermeldt dat de linde in het verleden gebruikt werd voor het enten van fruitbomen. Een goede reden om hier eens wat dieper in te duiken. Om de gewenste soort van bijvoorbeeld een lekkere zoete appel te behouden kun je deze alleen maar vermeerderen door te enten. Dit wordt ook wel veredelen of vegetatieve vermeerdering genoemd. Mocht je de gewenste appelsoort zaaien, generatief vermeerderen, zul je bedrogen uitkomen want na jaren wachten oogst je alleen maar de zure wilde appel. Echter snijd je een stukje jonge twijg met knop van de zoete appelsoort en verbind je die met dezelfde diameter onderstam van een wilde appelboom dan heb je de appel geënt en zal uit de ent de gewenste appelsoort groeien die gevoed wordt door de wortels van de onderstam, de wilde appel. Heb je hier geen belevenis bij kijk dan eens naar deze zeer beeldende clip over enten. Hierbij is het van belang dat de ent niet uitdroogt daarom wordt entwas of een andere kunststof afdekking gebruikt om dit te voorkomen. Echter in een boek uit 1822 van Johan Teply, ‘Unterricht von der Anzucht, Veredlung, Pflege und Wartung der Obstbaume’ is te vinden dat lindebast hiervoor het meest geschikt is. ‘Men snijd repen van de lindebast van een halve el’ wordt in het boek vermeld. Ik kan me voorstellen, als je het karakter van de lindebast kent, dat de soepele jonge bast van de één- of meerjarige twijgen te gebruiken is om een ent af te binden. Het was mij echter nog niet eerder bekend dat lindebast hiervoor werd gebruikt. Deze kennis vormt een interessante benadering om daarmee de uitzonderlijke snoeiwijze van de boom al voor de 13e eeuw te verklaren, immers door het veelvuldig knotten was er een massa aan jonge scheuten beschikbaar. Door de beperkte hoogte van de boom, de twijgen reiken nu tot maximaal 8 meter, waren deze scheuten nog lekker makkelijk te bereiken ook. Bij de boom wordt beschreven dat deze ook als gerechtsboom heeft gediend en in de 19e en 20e eeuw als centrale plaats waar gedanst werd. Tot 1950 werd door de herberg onder de schaduw van de linde een Frankische broodlunch geserveerd. Nu is het nog een heerlijke plek om tot rust te komen en vooral de boom goed in je op te nemen. Als je open staat voor het wonder waar je je onder begeeft zie je ongelooflijk veel.
De 1000-jarige Tanzlinde van Effeltrich is een grootbladige linde, Tilia platyphyllos. De boom heeft slechts één etage met in totaal een kleine 20 meter in doorsnede, als je onder de kroon door naar de stam loopt, wordt het meteen overduidelijk dat het een oeroude boom is, de stam is al aan het segmenteren en de takken worden ondersteund door een skelet van houten balken. De buitenrand van de kroon is gemarkeerd middels een muurtje waar je lekker op kunt gaan zitten en die meteen voorkomt dat de een of andere onverlaat zijn heilige koe onder de boom laat ‘grazen’.
De vele sporen van verschillende ontwikkelingen in het onderhouden van bomen zijn in deze boom allemaal aanwezig. Als ik de vele generaties boomwerklieden achter elkaar plaats, begint het met de fruitboomkwekers die de boom vooral nodig hadden voor de jonge scheuten hetgeen het merendeel van het leven van de 1000-jarige Tanzlinde beslagen zal hebben. Het lijkt erop dat de boom in het verleden hierdoor platter en breder was. Dan komen begin 20e eeuw de voorlopers van de boomchirurgen die in 1913 met cement gaten in de stam vullen, gaten die te groot zijn worden dichtgemetseld met stenen en de kroon lijkt in deze periode te zijn verkleind. De opvolgende ontwikkeling is in 1968 en 1977 uitgevoerd door boomchirurgen welke het cement en stenen grotendeels verwijderen en staalverbindingen in stam en takken aanbrengen, zelfs een smeedijzeren hekje sluit de grote stamholte af. Ook worden rotte delen ‘schoon’ gefreesd en in holtes die niet voldoende afwateren worden drainagepijpjes aangebracht. We zijn inmiddels door schade en schande wijs geworden, waarbij we dankbaar kennis nemen van de gevolgen van de maatregelen uit het verleden. Sinds begin jaren negentig begrijpen we dat wonden frezen meer kwaad dan goed doet en hoogst uitzonderlijk passen we nog eens een stalen verankering toe. Vermeldingswaardig is wel, een kenmerk van de huidige Duitse boomverzorgingscultuur, dat in deze boom met zijn ontzettende beperkte hoogte kunststof ankerlijnen zijn aangebracht. In deze situatie een geheel zinloze maatregel omdat de steun verlenende tak nooit de last kan dragen van de ondersteunde tak. De laatste vervanging van het houten skelet stamt uit 1971, inmiddels zijn balken verzwakt of verdwenen en is gebruik gemaakt van wat stalen bouwstempels om dit op te vangen, een gehele sanering van het houten skelet is weer nodig. Het is duidelijk dat deze overbejaarde 1000-jarige Tanzlinde niet meer zonder hulpmiddelen kan maar ook alle maatregelen vlekkeloos heeft doorstaan en nog steeds staat te groeien en stralen als een jonge meid. Wat een schoonheid.