Actuele voorjaarsaantastingen
0 weergaven Reacties niet mogelijkWe hebben een bijna ouderwets voorjaar gehad met een langzame temperatuur opbouw en voldoende vocht. Een welkome start van een vruchtbaar groeiseizoen, veel bomen hebben nog wat in te halen na drie droge zomers. Een aantal bekende aantasters profiteert ook van de geschikte omstandigheden.
Bladvlekkenziekte plataan
Vorig jaar minder nadrukkelijk aanwezig geweest maar dit jaar overal aanwezig; de bladvlekkenziekte, Discula nervisequa zorgt tot nu toe nog steeds voor transparante platanen. In Nederland maar ook in België is er bijna geen plataan te vinden die geen aantasting door bladvlekkenziekte heeft, alleen knotplatanen hebben geen last van deze schimmel. De schimmel is doorgaans vanaf de tweede helft van mei actief. De nieuwe bladeren worden aangetast door de schimmel die op gevallen bladeren en takken kan overleven. Het zijn de nieuwe, net uitlopende, scheuten die aangetast raken, meestal gaat dit gepaard met een grote bladrui maar omdat het voorjaar zo koud was, hebben de platanen nog geen kans gehad een volle kroon te ontwikkelen. Gevolg is dat half juni de bomen er nog steeds transparant bijstaan. Het zal nog maar een paar weken duren dan is de schimmel minder actief en zorgt de nieuwe bladontwikkeling weer voor volle bomen waar we in de zomer zo naar uitkijken.
Cocktailtrio in eik
Voornamelijk op zandgronden zijn eiken te zien die nog nauwelijks blad hebben kunnen ontwikkelen. Deze bomen worden aangetast door een drietal samenwerkende rupsensoorten. Het gaat hier meestal om het trio kleine wintervlinder, Operophtera brumata, de grote wintervlinder, Erannis defoliaria en de groene eikenbladroller, Tortrix viridana. De vergissing wordt vaak gemaakt dat het hier eikenprocessierupsen betreft maar daarvan zijn de eerste kaalvraat verschijnselen meestal later in het seizoen te zien. Daarbij vreten de wintervlinders het bladmoes en bladnerven weg en rolt de groene eikenbladroller zich in een stukje blad wat vervolgens bruin verkleurd. Tja wat kun je anders doen als je deze naam hebt gekregen. De eikenprocessierupsen daarentegen skeleteren het blad en laten de bladsteel en bladnerven heel, een belangrijk vraatverschil. Zo zie je dat ieder rupsje vreet zoals deze gebekt is. Erg schadelijk is deze kaalvraat niet, dit gebeurt allemaal voor de langste dag dus herstel zal spoedig volgen. De rupsen van de wintervlinders dalen aan een draadje uit de bomen als de kaalvraat is volbracht waarna ze gaan verpoppen. Nadeel kan zijn dat het laat uitgelopen eikenblad spoedig aangetast wordt door meeldauw, dit omdat het blad erg kruidachtig is en nog weinig afgehard, ideaal voor de meeldauw schimmel.
Eikenprocessierupsen
Het insect met het grootste media succes, dit jaar met een erg trage ontwikkeling. Waren de eerste eikenprocessierupsen, Thaumetopoea processionea al op 1 april uit het eitje na een bloedhete 31 maart, bleef het merendeel echter toch nog (zo’n) drie weken langer in het eitje. Nu zijn de nesten pas zichtbaar en wordt eerste overlast waargenomen, hiermee loopt de ontwikkeling nog twee tot drie weken achter op vorig jaar. Het is nog te vroeg om uitspraken te doen over de plaagdruk. Feit is dat het beheer over het algemeen erop gericht is om overlast locaties preventief te bestrijden. Ook het stimuleren van natuurlijke vijanden begint steeds meer vorm te krijgen.
Essentaksterfte
De gevolgen van de essentaksterfte, Hymenoscyphus fraxineus openbaren zich vooral in het voorjaar. Essen komen altijd laat in het blad en vooral nu de eerste groei nog maar net aanwezig is, zien we de afgestorven takken extra opvallend in de toppen aanwezig. In de loop van de herfst en winter is het afstervingsproces van de twijgen ook doorgegaan. Bastnecrose veroorzaakt door essentaksterfte vind vanaf 0,5O Celsius 24 uur per dag plaats. Het kan dus zijn dat een es in het najaar er beter uitzag en meer bladbezetting had dan nu in het voorjaar. Hergroei zal echter weer in het lopende groeiseizoen plaatsvinden en de mate van succes om essentaksterfte te kunnen overleven bepalen.
Hagelschotziekte
Vooral in België wordt veel hagelschotziekte in het geslacht kers, Prunus, opgemerkt. Het betreft hier een schimmelaantasting, Wilsonomyces carpophilus die in combinatie met een bacterie Pseudomonas syringae werkt. Deze combinatie veroorzaakt bruine vlekjes met een diameter van 1-2 mm op het blad. Deze vlekjes sterven af en kleuren bruin, vervolgens valt het dode weefsel er tussen uit en ontstaan de kenmerkende gaatjes. Bij een goede conditie grendelt de boom de aangetaste zone af om verdere aantasting te beperken. De ziekte openbaart zich van onder af aan zodat het net lijkt alsof er met een schot hagel door de boom is geschoten. Hagelschotziekte is extra succesvol onder vochtige omstandigheden, dat lijkt de reden te zijn dat de ziekte dit jaar meer dan gebruikelijk aanwezig is. Aangetaste bladeren verwijderen en zorgen voor open kronen beperkt het succes van de aantasting.
Paardenkastanjemineermot
De paardenkastanjes hebben dit voorjaar geweldig de kans gehad om hun prachtige bloesem een lange periode te laten zien. Het zijn echter de eerste generaties larven die nu zorgen dat de vlekjes op de bladeren ontstaan. Omdat de eerste eitjes afgezet zijn door vleugelloze vrouwtjes die in het afgevallen blad en schorsplaten overwinteren, zijn de eerste aantastingen in de lage binnenkroon en op het eventueel aanwezige stamschot te vinden. De paardenkastanjemineermot is vooral een cosmetische aantaster, de larven vreten, mineren tussen de bladlagen van het geslacht paardenkastanje, Aesculus. Ze kennen doorgaans drie complete generaties en vanaf de tweede generatie neemt de schoonheid van de paardenkastanje verder af. Erg dramatisch voor de boom is de mineermot niet, alleen in combinatie met bloedingsziekte en nog meer aantasters kan de mineermot voor een stapelend conditie verminderend effect zorgen. In gezonde bomen zonder verdere ziektes hebben zowel Engelse als Italiaanse studies aangetoond dat er geen conditie vermindering te relateren is aan de paardenkastanjemineermot.