Blijf op de hoogte

Opgezet als een toer voor deelnemers met een ‘ontdekkingsreiziger instelling’, maakten onverschrokken gemeentelijke en commerciële boombeheerders en boomadviseurs een korte reis naar Nederland eind juni 2023. 

De gastheer was Henry Kuppen, boomambassadeur met decennia ondernemers ervaring in de openbare ruimte, beheer en beleid vraagstukken en onderzoeken die ook heeft samengewerkt bij diverse projecten in het Verenigde Koninkrijk. Zoals met vele evenementen die door Arboricultural Association worden georganiseerd is de mix van mensen met verschillende achtergronden de reden dat vele ongeplande stops worden gemaakt om fraaie bomen te zien. dit alles leidend tot discussies tot laat in de nacht. Op dezelfde breedtegraad als London (51.4° N), een vergelijkbare kroonbedekking van zo’n 20% en een hoge bevolkingsgraad zoals in Engeland, was deze tour een excellente kans om te leren hoe de buren reageren op vele van dezelfde boomproblemen. Natuurlijk, het eerste waargenomen verschil is meteen zichtbaar op luchthaven Schiphol, “Welcome Below Sea level.”

Met de focus op essentaksterfte, eikenprocessierups en roetschorsschimmel, zagen we het landschap veranderen in schaal en boomsoorten samenstelling. Een centraal thema kwam al snel boven drijven: boombeheer is risico gestuurd maar zou meer biodiversiteit gedreven moeten zijn. Dit is geen simpel dogma waarbij de aansprakelijkheid geminimaliseerd kan worden versus het behouden van boomhabitats. Integendeel, maar er is wel duidelijk een verschuiving aan de gang waarbij vakmatige blindheid wordt aangepakt en ecologisch boombeheer de weg is om in te zetten bij klimaatverandering, luchtvervuiling en in de sociale omgeving. Vorm te geven door diverse boombeplanting met een variëteit aan inheemse en exotische soorten, re-wilding bebouwde en plattelands gebieden, beter beheerde bodems, bloem- en kruidenrijk grasland en meer handhaven van staand en liggend dood hout. Dit zijn maar enkele voorbeelden van makkelijk te bereiken biodiversiteitsverbeteringen.  

De lijst met dodelijke boomproblemen en boomgerelateerde risico's wordt langer door de komst van de essenprachtkever, de schimmel Dothistroma septosporum die rode band naaldsterfte veroorzaakt en vele meer. Maar wanneer de ziekte ook op mensen een effect heeft is het effect nog groter. Hierna een korte weergave van de innovaties en natuur gebaseerde oplossingen die we tegenkwamen. 

 

Klassieke beplanting en nieuwe aanplant

Pitoreske lanen inclusief speciaal voor fietsers aangelegd paden waren er veel. Helaas, soms met een historische reden, maar zelfs in de laatste decennia zijn ze meestal aangeplant met één boomsoort. Er is een Nederlandse fascinatie vanuit een romantisch soort landschaps ideaal met: es-, linde-, eik- of populierenlanen of singels om wind te breken. Hoewel prachtig aanwezig in de schilderkunst bij de Nederlandse meesters, of het nu de wilgen schilderijen van Van Gogh zijn, deze boommonoculturen kunnen makkelijk ten prooi vallen aan ziektes en aantastingen. Woonwijken werden aangeplant met enkel een handvol boomsoorten, of met veredelde bomen met zeer gelimiteerde genetische variatie en de gevolgen zijn nu duidelijk.  

Beplanting in Ede. (Oliver Stutter)

Sinds de jaren '80 wordt door heel Europa in boomgroeiplaatsen Amsterdams bomenzand gebruikt en gepromoot. Heden ten dage wordt biochar ook gezien als een waardevolle toevoeging. We genoten van een goed geplande en verzorgde straat in Ede. De bomen waren duidelijk onderdeel van een groen infrastructureel project voor het bufferen van overtollig regenwater. De mix aan beplanting was niet alleen aantrekkelijk maar ook bij-vriendelijk. Sinds een aantal jaren is er meer bewustzijn voor ‘wilde vegetatie’ en ‘niet maaien’ beheer. Niet bijgemaaide boomspiegels en ruig gras in de parken. Deze ontwikkeling is snel de norm aan het worden in Nederland en helpt uiteraard de grote schade van grasmaaiers aan de stamvoeten van bomen voorkomen. In het Verenigd Koninkrijk krijgt dit nu pas nationale aandacht en publieke acceptatie omdat de mensen ook daar de  'slordige natuur’ omarmen als een goede ontwikkeling.  

Doodsbeenderenboom, Gymnocladus dioicus, met een prachtige kroonvorm op Boomkwekerij Ebben tijdens schemer. (Oliver Stutter)

We hebben Boomkwekerij Ebben bezocht, de grootste in Nederland met meer dan 500 hectare en leveranties in 28 landen. Jaren geleden hebben ze meerstammige bomen geïntroduceerd. Deze zijn eerlijk gezegd veel aantrekkelijker dan de traditionele lolly’s op een stam. Sterker nog de kroonmaten en vormen laten interactie van mensen toenemen met een ultieme waardering voor bomen. Dit is vooral van belang in bebouwde omgeving waar het contact van mensen met natuur zich vaak beperkt tot een enkele boom, meestal op stam. Momenteel heeft Ebben tienduizenden van deze aantrekkelijke bomen staan in allerlei soorten en maten. We hebben de BBQ op de daktuin erg gewaardeerd met de medewerkers van Ebben. Tijdens de schemertocht met verkoopadviseur Marko Mouwen was het getoonde areaal aan boomsoorten en boomvormen zeer inspirerend. 

 

Essentaksterfte

Oorspronkelijk uit Azië en nu stevig gevestigd in Nederland en Verenigd Koninkrijk, wordt essentaksterfte, Hymenoscyphus fraxineus, gezien als een aantaster die de kroonvitaliteit laat afnemen. Roel Geerts, essentaksterfte (ETS) expert heeft meegeholpen het Nederlandse nationale inspectieprotocol ETS te ontwikkelen samen met onder andere Universiteit van Wageningen. Een trendanalyse werd gebaseerd op de inspectie van 13.000 essen van 2018 tot 2022 waarbij de factoren: mate van afsterving, mate van ontbladering (licht, matig en ernstig) en diameter afgestorven takken (geen, 4 cm, 10cm) richtinggevend zijn. Voor Wendy Batenburg, wetenschappelijk onderzoeker, en ook werkzaam bij Terra Nostra, is de trend analyse ontnuchterend: de ernst van de ziekte neemt exponentieel toe. Het percentage met ETS aangetaste bomen in de regio Groningen is nu 60% en vergelijkbaar in andere delen van het land. Vanaf 2018 is er een toename van ontbladering en toename van diameter van afgestorven takken aantoonbaar. Momenteel ontwikkelen 64% van de aangetaste bomen dode takken en 20% daarvan moet gesnoeid worden in verband met potentiële risico's.

Door ETS aantasting ontstaan korte houtvezels wat tot plotselinge breuk kan leiden. Bomen in hoog risico gebieden zijn een zorg en klimmen in zwaar aangetaste bomen is geen optie. De kosten voor particulieren en gemeentes nemen toe omdat er meer bomen gesnoeid, geveld en herplant moeten worden. In Nederland zijn geen fondsen beschikbaar om ETS te beheren, in Verenigd Koninkrijk zijn wel beperkte mogelijkheden voor sommige kosten en herplant.  

   

Linker foto: Vijf jaar oude Mantsjoerijse es, Fraxinus mandshurica, uitzonderlijke groei op een natuurlijke groeiplaats. (Kevyn Wightman) 

Rechter foto: Twijg met essentaksterfte aantasting. (Kevyn Wightman)

Een aantal essen soorten en cultivars laten een sterke genetische tolerantie en weerbaarheid zien maar de analyses laten ook zien dat gevoeligheid en herstel van ETS wordt beïnvloed door omgeving en groeiplaats. Als de klimaat extremen van droogte, hoge temperaturen en ander ziektes meer frequent worden zal de boomconditie afname en zich vooral in stedelijke omgeving versnellen. 

 

Eikenprocessierups

Oorspronkelijk van centraal en zuidelijk Europa komt de eikenprocessierups, Thaumetopoea processionea . De eitjes overleven temperaturen beneden -18°C maar rupsen kunnen in de nest geen temperatuur boven 32°C. overleven. Eikenprocessierupsen (EPR) eten van vele verschillende soorten eiken en in sommige gevallen kan kaalvraat leiden tot verminderde conditie en tot lagere vitaliteit in herhaaldelijk zwaar aangetaste gebieden. EPR heeft een eenjarige levenscyclus en eipakketten overwinteren in de bovenste kroonhelft. Rupsen komen in de vroege lente uit nog voor de bladeren ontplooien. Rupsen vervellen en vanaf het vierde larvale stadium ontstaan brandharen en worden nesten zichtbaar (ongeveer 45 dagen na eiuitkomst). Ze blijven van het blad eten en vormen processies op weg vanaf de nest naar de bladeren. Soms ontstaan nesten in de grond wat weer kan leiden tot een andere levenscyclus en het beheer bemoeilijkt. Het Nederlandse protocol: Leidraad beheersing eikenprocessierups classificeert nesten in formaten: tennisbal-, voetbal- en dekenformaat. Deze laatste bevat duizenden rupsen en kan een uitdaging zijn zeker als mens of dier dichtbij is.  

Een vrijwillig netwerk van EPR specialisten, Kenniscentrum Eikenprocessierupsis ontstaan in 2002 om EPR levenscyclus, voedselvoorkeur, beheeropties en natuurlijke vijanden beter te begrijpen. Henry Kuppen heeft een afgeschermd insecten station gebouwd met jonge eiken om EPR gedrag verder te bestuderen. Deze informatie wordt direct gebruikt voor beheermaatregelen maar helpt ook om uitbraken te voorspellen over de jaren heen. Kenniscentrum Eikenprocessierups informeert het algemene publiek over EPR via diverse media waaronder Nature Today.  Via dit medium worden meer dan 33.000 mensen geïnformeerd en de landelijke overheid voorziet in financiële ondersteuning van bepaald onderzoek. On-line kaarten laten aangetaste bomen zien en effecten van behandelingen van bomen over heel Nederland. Gemeentes inspecteren ook eiken en sommige gebruiken tape om de stam om te waarschuwen.

In 2019, was een piek in de aantasting en mensen moesten verblijf nabij eiken beperken en voorzorgmaatregelen nemen in besmette gebieden. Populaties variëren van jaar tot jaar en kunnen beïnvloed worden door weeromstandigheden, beheermaatregelen en populatie dynamieken. Zoals met alle geïntegreerde ziekte management (IPM) benaderingen is het doel de levenscyclus van de aantaster te doorgronden en middels het stimuleren van natuurlijke vijanden en risico gerichte beheermaatregelen balans aan te brengen omdat uitroeien nooit een optie is.

Voetbalformaat nest. (Henry Kuppen)

Sommige gemeentes kiezen ervoor om nesten mechanisch te verwijderen met een zuiger en hoogwerker. Vanzelfsprekend moet hiervoor de juiste persoonlijke bescherming worden gebruikt zoals een helm met gefilterde luchtstroom. Dit is kostbaar, mede vanwege het storten van de nesten in speciale ovens die minimaal een temperatuur van 600O C moeten bereiken. Het gebruik van een dakbrander om nesten te bestrijden is niet aan te raden omdat dit niet genoeg hitte produceert om de brandharen af te breken zelfs al zouden de rupsen wel gedood worden.  

De beheermethode die de minste voorkeur heeft is het spuiten met de bacterie, Bacillus thuringiensis of met nematoden beide zijn bodemorganismen. De beperking is dat deze methodes niet selectief zijn en ongewenste neveneffecten kunnen hebben op andere vlindersoorten van de familie Lepidoptera. De overheid wordt hier steeds kritischer op maar ook de maatschappelijke druk neemt toe om bestrijdingsmiddelen gebruik te beperken.  

Er zijn diverse natuurlijke vijanden inclusief eiparasieten zoals bronswespen, Anastatus bifasciatus en sluipvliegen, Carcelia iliaca. Zowel de brons- en sluipwespen en sluipvliegen zijn afhankelijk van bloemrijk grasland met een voorkeur  voor fluitenkruit en in de nazomer voor bloemnectar van vlier. Dit zijn van nature de karakteristieke micoflora van eikenbossen en hebben baat bij extensief of zelfs niet maaien. Een bijzondere ontdekking dit jaar in het station was dat de sluipvlieg, Carcelia exact op dezelfde dag uitkwam als EPR. Dit laat zien dat aantaster en predator relaties dynamisch aanwezig zijn.

 

Linker foto: Kleine witte eitjes van parasiet Tachnidae op een eikenprocessierups. (Henry Kuppen)

Rechter foto: EPR eipakket op en dunne twijg. (Simon Rogers)

We zagen een EPR rups die belaagd werd door een sluipvlieg, deze probeerde een eitje af te zetten op een deel van de rups. In feite, de meeste EPR nesten bevatten deze parasieten en de nesten handhaven op locatie laat de predatoren populatie toenemen. Voorzien in nestgelegenheden en water voor vleermuizen en vogels zoals boomklevers, pimpelmezen, koolmezen en ook spechten laten positieve resultaten zien. Dit zijn ook goede en eenvoudige projecten om burgers te betrekken en ze te verbinden met de natuur. 

Terra Nostra ontwikkeld samen met een aantal partijen een uniek ‘EPR paring verstoringmethode in samenwerking met Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Synthetische verwarringferomonen verstoren mannelijke EPR vlinders. Paint balls gemaakt van plantenwas met het verwarringsferomoon worden in de boom geschoten met een ‘Phero-launcher’ een soort paint ball geweer. In het eerste jaar van het onderzoek werden 85% minder mannelijke vlinders waargenomen. Deze toepassing is anders dan conventionele feromoonvallen omdat die mannetjes aantrekken voor monitoring. Paring verstoring veroorzaakt minder bevruchte vrouwelijke vlinders wat uiteindelijk moet leiden tot minder eiafzet.

  

Roetschorsziekte

Drie meter beneden zeeniveau hebben we de ochtend doorgebracht in Flevoland een gebied wat aan de zee is onttrokken. Meer dan 4.000 hectare is bebost in de jaren ‘50 in een monocultuur van gelijke leeftijd waaronder kers, populier, es en esdoorn. De nieuwe aanplant bestaat uit een mix aan soorten maar de natuurlijke successie is inmiddels leidend in de bosontwikkeling. Vincent Troost van Staatsbosbeheer, beheerd het bos wat een functie heeft voor recreatie, houtproductie en ecologie inclusief re-wilding. Het is een uitdaging om elk van deze verrijkende doelen te behalen. Sommige gebieden zijn compleet afgerasterd en er zijn zelfs voor fietsers omleidingsroutes.

De bosontwikkeling gaat extreem goed omdat het op zeer vruchtbare bodems is geplant. Echter is een dodelijke schimmel actief, hier en over heel Nederland, België, Duitsland en Verenigd Koninkrijk. In het artikel “Sooty bark disease can no longer be ignored.” in het Arb Magazine zomer 2021 is de schimmel al door Henry Kuppen beschreven.  Roetschorsschimmel, Cryptostroma corticale is een schimmel die 14 soorten esdoorn, Acer kan aantasten door van binnenuit naar buiten door de celwanden te groeien. Omdat het latent aanwezig is de schimmel succesvol op esdoorn die in stress verkeren zoals tijdens periode van droogte. Het verspreid enorme hoeveelheden sporen die makkelijk binnen dringen bij esdoorns met recente snoeiwonden of stormschade.

 

Linker foto: Gewone esdoorn, Acer pseudoplatanus, afgestorven binnen één jaar door roetschorsschimmel. (Kevyn Wightman)

Rechter foto: Abeel, slechts 50 jaar oud, groeit in polder waar voorheen nog zee was. (Oliver Stutter)

Roetschorsziekte is in Verenigd Koninkrijk sinds 1945 bekend als Bark stripper lung disease omdat mensen die in de houtindustrie stammen schilden chronische longontsteking kregen. De schimmel heeft karakteristieke zwarte sporen die zich makkelijk verspreiden. Het is mogelijk geïntroduceerd in Europa vanuit Verenigde Staten waar deze ziekte als sinds de 19e eeuw is vastgesteld. Aangetaste bomen moeten niet zonder handschoenen en mondkapje worden beroerd omdat het chronische longontsteking kan veroorzaken, Dit is vooral het risico bij mensen die ermee werken zoals boomverzorgers.

De schimmel kan worden verward met ander schimmels met een zwarte verkleuring op de stam zoals stekelige korstkogelzwam, Eutypa spinosa op beuk. Om de schimmel vast te kunnen stellen kan een laboratorium onderzoek een diagnose stellen. Dit bied het voordeel dat als het geen roetschorsziekte is hoge kosten voorkomen kunnen worden zodra een boom opgeruimd moet worden. Vincent laat esdoorns vellen die minder dan 60% levende kroon bezitten. De Nederlandse praktijkrichtlijn roetschorsziekte adviseert om niet in aangetaste bomen te klimmen en bij gebleken roetschorsziekte in bossen drie jaar lang geen snoei- of kapmaatregelen te nemen. or less live crown. Als bomen aangetast zijn kunnen bomen onder strikte voorwaarden verwijdert worden. Boomverzorgers dienen d luchtwegen te beschermen met speciale maskers en de houtverwerkende machines dienen watersproei installaties te hebben om sporen verspreiding te beperken. Alleen met een vergunning is verbranden of begraven toegestaan.

 

Linker foto: Van Gogh is tastbaar aanwezig, zelfs op de koeien op ons boeren gastverblijf. (Kevyn Wightman)

Rechter foto: Geleide zilveresdoorns met dansende klompen. (Oliver Stutter) 

Terug aan de andere zijde van Het Kanaal in het Verenigd Koninkrijk wordt recent roetschorsziekte weer waargenomen. In Jersey, maar ook in de Londense stadsdelen Dulwich en Chiselhurst Common in Bromley. Door de latente aanwezigheid van de schimmel in bomen ontstaan meer uitbraken door droge omstandigheden. De ziekte snel ontstaan in esdoorns die door droogte stress in een verminderde conditie verkeren. 

 

Conclusie

Deze studietoer was een verfrissende kans om mensen te ontmoeten, ideeën uit te wisselen en goede maaltijden te nuttigen. We nemen ter harte wat de 19e eeuwse schrijver, ondernemer en icoon van de Amerikaanse literatuur, Mark Twain, zei: “Een brede, gezonde, liefdadige kijk op mensen en dingen kan niet worden verkregen door je hele leven in een hoekje van de aarde te blijven vegeteren”.  

Hierbij een oproep aan de collega’s die de mentaliteit van de ontdekkingsreiziger hebben: Kijk op de website van Arboricultural Association en wees er op tijd bij om je in te schrijven voor de studie toer van 2024!

 

Auteurs

Dit artikel is geschreven door Kevyn Wightman en Henry Kuppen en verschenen in ARB magazine wintereditie 2023 van de Arrboricultural Association, Verenigd Koninkrijk.

Kevyn Wightman, PhD, boombeheerder bij het Londense stadsdeel Bromley heeft uitgebreide onderzoeks- en onderwijs ervaring op het gebied van herbebossing in Midden Amerika.

Henry Kuppen, boomambassadeur en voormalig directeur Terra Nostra, kenniscentrum voor boom en bodem. Werkt nauw samen met Engelse collega’s op het gebied van eikenprocessierupsen, heeft met regelmaat gepresenteerd op Arboricultural Association congressen, podcasts over leibomen en veel meer.

Wil je een bericht ontvangen als een nieuwe blog is geplaatst? Meld je hier aan.

Blijf op de hoogte
Deze website maakt voor een optimale werking gebruik van cookies. OK Toestaan Weigeren Lees voor meer informatie onze privacyverklaring privacy Cookie instellingen Dit veld is niet ingevuld De ingevulde tekst is te kort De ingevulde tekst is te lang